Gepubliceerd op:
27
januari
2022

Wist je dat naast muziek, ook poëzie een hele fijne manier is om contact te blijven maken met personen met dementie? Sanne Leenders, ergotherapeut in woonzorgcentrum De Lisdodde vertelt hoe en waarom zij poëzie gebruikt bij activiteiten.

Poëzie maakt mooie herinneringen los

Sanne: “Door hen poëzie voor te lezen, een gedicht te bespreken of er zelfs samen één te schrijven, beginnen onze bewoners spontaan mooie herinneringen op te halen. Lezen we bijvoorbeeld een gedicht over naar school gaan, dan komen de verhalen los. Welk vak vond je heel leuk op school? Stond je vaak in de hoek? Wat had je dan uitspookt? Was de leerkracht streng? Vertellen over vroeger, gaat meestal nog goed. En iets dat wél nog goed lukt, voelt heel fijn. Door samen een gedicht te lezen en na te praten, komen die positieve herinneringen weer opborrelen. Praten over positieve momenten in het verleden geeft het gevoel van identiteit. En het is precies dat gevoel, dat mensen met dementie vaak lijkt te ontglippen.”

Poëzie hoef je niet letterlijk te begrijpen

“Poëzie mag je vrij interpreteren. Wanneer jij en ik een gesprek voeren, dan is het belangrijk dat we elkaar heel letterlijk verstaan. Anders gaat de boodschap verloren. Treden er, door dementie, taalstoornissen op, dan wordt die ‘letterlijke’ communicatie moeilijker.Poëzie schenkt je dan een totaal andere manier van communiceren en taal gebruiken: een gedicht laat zich veel vrijer lezen. Het maakt niet uit dat je ergens een woord niet (meer) begrijpt: je kan het gedicht toch nog voelen. Wanneer ik de bewoners een gedicht voorlees, ontstaat er veel interactie. Je merkt dat gedichten hen raken.”

Gedichten blijven je heel lang bij

“‘Jantje zag eens pruimen hangen’, ‘Het schrijverke’. Dat soort klassiekers blijft heel lang bij. Ik herinner me hoe mooi een van onze bewoonsters ‘Het Avondliedeke’ van Alice Nahon kon opzeggen. Zo vlot en snel, dat ik er de tekst moest bijnemen om te kunnen volgen. Ze genoot zichtbaar van dat moment. Het was iets dat ze nog heel lang, heel goed kon. Een gedicht dat je ooit vanbuiten hebt geleerd, zit opgeslagen in een speciaal plekje van je geheugen. Het opzeggen is als fietsen of autorijden: een automatisme.”

Je kan samen met bewoners gedichten schrijven

“Ik lees het liefst gedichten voor die een fijn ritme hebben en die rijmen. Of we rijmen zelf wat. Rijm zorgt voor voorspelbaarheid. Dan zeg ik: 'hier staat een huis. Er was iets niet...' en dan vullen de bewoners al bijna automatisch aan met 'pluis'. Speciaal voor Gedichtendag schreef ik samen met de bewoners van onze vier woongroepen een gedicht. Het gaat over de basisemoties."

"In de ene groep ging ik aan de slag met de emotie ‘blij’, in de andere werkten we rond ‘bang’, ‘boos’ en ‘bedroefd’. We startten telkens met een groepsgesprek, waarin ik vertelde over poëzie en emoties. Dan praatten we samen verder, over één welbepaalde emotie."

Er is ruimte voor fantasie

“Tijdens het schrijven kwamen de verhalen al snel los. Iedereen had wel iets te delen! Daarna begonnen we te schrijven: soms deed ik een voorzet en vulden de bewoners aan vanuit hun eigen ervaring, soms werd er gewoon wat verzonnen. Ook dat is fijn aan poëzie: je mag je fantasie gebruiken. We lazen stukjes voor en puzzelden verder, tot het gedicht echt vorm kreeg. Ik ben ontzettend trots op het resultaat en onze bewoners zijn dat – heel terecht – ook. Dit gedicht is ‘helemaal van ons’."

"Dat vind ik trouwens zo ongelooflijk fijn aan mijn job in De Lisdodde: ik kan hier elke dag nieuwe dingen blijven proberen, zoals het inzetten van mijn eigen passie voor poëzie. Ik mag blijven zoeken naar een manier om het verschil te maken.”

Lees het gedicht dat de bewoners samen met Sanne schreven