Gepubliceerd op:
26
juni
2020

Hoe ziet de dag van een poetsmedewerker eruit? En hoe heeft de corona-epidemie daar een invloed op gehad? Lees hier het verhaal van Cindy Liekens van wzc Sint-Elisabeth.

Ik ben Cindy Liekens (44 jaar) en werk sinds 2,5 jaar bij het onderhoudsteam van wzc Sint-Elisabeth in Sint-Katelijne-Waver. Momenteel sta ik op de afdeling voor personen met dementie. Voor mij is dat een heel fijne afdeling om te werken want ik ben een rustige persoon en kan het dus goed met deze mensen vinden.

Meer dan poetsen

Het eerste uur van mijn dag help ik op de afdeling met het ontbijt. Ik ondersteun de bewoners die niet meer goed zelfstandig kunnen eten en help met de tafels klaarzetten en afruimen. De rest van mijn dag staat in functie van het onderhoud van de kamers en gemeenschappelijke ruimtes.

Voor ik in wzc Sint-Elisabeth werkte, heb ik ook nog als poetsmedewerker in een ander woonzorgcentrum gewerkt en bij Familiehulp. Bij die laatste poetste ik bij jonge gezinnen die overdag niet thuis waren. Langs de ene kant is dat fijn, want je kan gewoon je ding doen. Maar ik miste het sociale contact wel. Ik werkte toen de hele dag alleen en dat vond ik maar saai. Terwijl nu, in het woonzorgcentrum, ben ik de hele dag onder de mensen en heb ik collega’s om me heen.

Op automatische piloot door corona

De afgelopen weken tijdens de coronacrisis waren erg zwaar: we moesten meer uren en meer weekends werken om alles rond te krijgen. En er was natuurlijk een pak extra ontsmettingswerk. Ik heb mezelf in het begin als een van de eersten opgegeven om op de besmette afdeling te werken. Dat was best zwaar. We moesten werken met mondmasker, schort, scherm… alles erop en eraan. We mochten niet op andere afdelingen komen. Net als de andere collega’s, werkte ik die periode volledig op automatische piloot. We hadden het samen zwaar en daardoor heb ik nu wel een hele goede band gekregen met de collega’s op die afdeling.

Het was natuurlijk niet alleen fysiek zwaar, door het extra werk en de extra uren, maar ook mentaal. Zoals wanneer we afscheid moesten nemen van enkele bewoners. Ik heb toen wel een paar traantjes gelaten. Er zijn ook heel wat collega’s ziek gevallen Gelukkig ben ik zelf niet ziek geweest.

Kapster in quarantaine

Voor ons als personeel was de quarantaineperiode zwaar, maar natuurlijk ook voor de bewoners hier. Ik ben heel blij dat er wat maatregelen zijn weggevallen nu en dat er opnieuw bezoek welkom is in het woonzorgcentrum.

Wat ik je nog niet verteld heb, is dat ik vroeger 13 jaar lang kapster ben geweest. Dat vond ik ook ook een hele leuke job, omwille van het contact met de mensen. Toen er tijdens de corona-quarantaine geen kapster binnen mocht in het woonzorgcentrum, heb ik mij dus extra nuttig kunnen maken door het haar van enkele bewoners te fatsoenneren. Daar waren ze natuurlijk super blij mee, en ik ook. Het was eens wat anders dan de hele dag poetsen en ontsmetten.

Waarom ik hier graag  werk

Wel, je krijgt hier heel veel appreciatie voor wat je doet, zowel van de mensen als het personeel. Ook het contact met de mensen geeft deze job een serieuze meerwaarde voor mij. Ze zijn altijd blij je te zien en je maakt mee deel uit van hun leefwereld.

Mijn doel is om mezelf ooit nog bij te scholen tot zorgkundige. Ik doe mijn werk hier ongelooflijk graag, maar ik zou me graag nog opwerken. Mijn collega’s in het verplegend personeel moedigen me daar erg in aan en zeggen dat het echt wel iets voor mij is. Mijn dochter is trouwens afgestudeerd als zorgkundige en behaalde net haar diploma van verpleegkundige! Het zit dus een beetje in de familie. ?